Bundesrepublik Deutschland (Effet d’une décision d’octroi du statut de réfugié), HvJ EU (GK) 18 juni 2024, zaak C-753/22
QY is een Syrische vluchteling die in 2018 in Griekenland als zodanig is erkend. Vervolgens heeft zij in Duitsland asiel aangevraagd. Zij kan niet terug naar Griekenland omdat zij daar ernstig risico zou lopen op onmenselijke of vernederende behandeling. Het asielverzoek in Duitsland wordt afgewezen maar verzoekster wordt wel subsidiaire bescherming verleend. In reactie op de prejudiciële vragen die de nationale rechter in verband met de hierop volgende procedure heeft gesteld, benadrukt het HvJ EU dat het Unierecht de lidstaten niet uitdrukkelijk verplicht beslissingen tot toekenning van de vluchtelingenstatus die door een andere lidstaat zijn genomen, automatisch te erkennen. Wel moet de lidstaat in dat geval een verzoek in het kader van een nieuwe asielprocedure voor internationale bescherming opnieuw individueel, volledig en naar de actuele stand van zaken onderzoeken. In het kader van dat onderzoek moet de lidstaat ten volle rekening houden met de beslissing van de andere lidstaat om de aanvrager internationale bescherming te verlenen en met de elementen die deze beslissing ondersteunen.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 18-06-2024