Okrazhna prokuratura – Varna, HvJ 21 oktober 2021, gev. zaken C-845/19 en C-863/19
Tijdens huiszoekingen is geld in beslag genomen dat beweerdelijk niet toebehoorde aan de verdachten in een strafzaak, maar aan familieleden. Naar Bulgaars recht hadden de familieleden niet de mogelijkheid om betrokken te zijn bij de confiscatieprocedure. Het HvJ bepaalt dat dit in strijd is met art. 8 van richtlijn 2014/42, gelezen in samenhang met art. 47 Hv, nu daarin wordt vereist dat de grondrechten van derden worden gewaarborgd. In het bijzonder moeten zij toegang hebben tot een advocaat, moeten ze worden geïnformeerd en moeten ze kunnen worden gehoord in het kader van de procedure.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 21-10-2021