B.A. t. Cyprus, EHRM 2 juli 2024, nr. 24607/20
B.A. is een Syrische vluchteling die in 2019 via een irreguliere route Cyprus binnen is gekomen. Omdat wordt vermoed dat hij een ‘foreign fighter’ is, wordt hij vanwege de nationale veiligheid in hechtenis genomen. Het EHRM oordeelt dat de hechtenis niets te maken heeft met de onregelmatige binnenkomst en dus niet gegrond kan worden op art. 5 lid 1 (f), eerste onderdeel, EVRM. De hechtenis heeft bijna drie jaar geduurd en er was veel vertraging bij de beoordeling van zijn verzoek tot vrijlating in hoger beroep. Nu daarvoor geen overtuigende redenen bestonden, is ook art. 5 lid 4 EVRM geschonden.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 02-07-2024