Europees Hof voor de Rechten van de Mens 14 november 2019, nr. 25244/18

Klaagsters vader is een soennitische moslim die naar Finland is gevlucht nadat er in Irak twee aanslagen op zijn leven waren gepleegd. Zijn asielverzoek werd afgewezen omdat de autoriteiten er niet van waren overtuigd dat hij ook nu nog een risico voor zijn leven liep. Meteen na zijn terugkeer in Irak (met gebruikmaking van een vrijwillige vertrekregeling) werd klaagsters vader echter doodgeschoten. Het Hof is van oordeel dat de Finse autoriteiten de risico’s voor klaagsters vader niet zorgvuldig genoeg hebben ingeschat; schending van art. 2 en 3 EVRM.

Hof van Justitie van de Europese Unie 24 oktober 2019, gevoegde zaken C-469/18 en C-470/18, ECLI:EU:C:2019:895 (Regan (president), Jarukaitis, Juhász, Ilešič, Lycourgos)

Het HvJ oordeelt dat er geen sprake is van uitvoering van EU-recht wanneer onrechtmatig verkregen bewijs wordt gebruikt voor wijziging van aangiften van inkomstenbelasting, ook al is dat bewijs verkregen in de context van btw-fraude waar het HvJ zich in WebMindLicenses wel over heeft uitgelaten.

EHRM (GK) 8 april 2022 (advisory opinion), nr. P16-2020-002

Annotatie bij Advisory Opinion P16-2020-002 – De hete Litouwse aardappel van ontzetting van het passief kiesrecht doorgespeeld naar Straatsburg onder Protocol 16
 

EHRM (plenair) 6 juli 2020