A.M. e.a. t. Rusland, EHRM 6 juli 2021, nr. 47220/19
Een transgendervrouw is na een geslachtsveranderende operatie gescheiden van haar oorspronkelijke echtgenote. De laatste heeft vervolgens bij de rechter beëindiging van de omgangsrechten tussen de vrouw en hun kinderen geëist, nu haar genderstatus beschadigend kon zijn voor de kinderen. De nationale rechter stemde daarmee in, zich baserend op wankel deskundigenbewijs. Het EHRM oordeelt dat de nationale rechter het deskundigenbewijs kritischer had moeten bejegenen en dat daarin onvoldoende grond was voor het ontzeggen van de omgangsrechten. Dit levert een schending op van art. 8 en bovendien, vanwege het onderscheid naar genderstatus, van art. 14 EVRM.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 06-07-2021