Europees Hof voor de Rechten van de Mens 21 november 2019, nrs. 6978/18 en 8547/18, ECLI:CE:ECHR:2019:1121JUD000697818 (Turković (President), Sicilianos, Pejchal, Harutyunyan, Pastor Vilanova, Eicke, Sabato)

De hoogste Griekse bestuursrechter heeft geoordeeld dat een procedure over de berekening van liggelden zonder voorwerp is geraakt nu de beweerd onrechtmatige berekening door inwerkingtreding van nieuwe regelgeving alsnog rechtmatig is geworden. Voor eventuele schadevergoeding kunnen de klagers terecht bij de civiele rechter. Het Hof acht dit oordeel voldoende gemotiveerd en niet willekeurig en ziet hierin geen schending van het recht op toegang tot de rechter (art. 6 lid 1 EVRM).

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 24 oktober 2019, nrs. 32949/17 en 34614/17, ECLI:CE:ECHR:2019:1024JUD003294917 (Turković (President), Wojtyczek, Pejchal, Koskelo, Ilievski, Sabato, Dorrian)

Het bijstellen van een huursubsidieregeling om de hoogte van de huursubsidie te laten corresponderen met het aantal kamers in de huurwoning is op zichzelf niet onredelijk. Dat geldt ook wanneer het gaat om een woning die speciaal is aangepast aan de noden van een gehandicapt kind, omdat daarmee op nationaal niveau voldoende rekening is gehouden. De bijstelling komt wel in strijd met art. 14 jo. art. 1 Eerste Protocol EVRM voor zover daarbij geen rekening is gehouden met de behoefte aan een ‘panic room’ voor een slachtoffer van huiselijk geweld.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 7 november 2019, nr. 64581/16, ECLI:CE:ECHR:2019:1107JUD006458116 (Nußberger (President), Yudkivska, Grozev, O’Leary, Mits, Hüseynov, Chanturia)

Een politiek activist is in voorarrest gehouden gedurende de periode waarin een referendum plaatsvindt, in verband met beweerdelijke onregelmatigheden in de financiën van de NGO waarvan hij deel uitmaakt. Gelet op de omstandigheden moet worden aangenomen dat aan het voorarrest geen legitiem doel ten grondslag lag en dat klager alleen is vastgehouden vanwege politieke doeleinden. Dit is in strijd met art. 5 en 18 EVRM.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 12 november 2019, nr. 45084/14, ECLI:CE:ECHR:2019:1112JUD004508414 (Lemmens (President), Pinto de Albuquerque, Dedov, Poláčková, Felici, Wennerström, Schembri Orland)

Klager is strafrechtelijk veroordeeld wegens moord. In de procedure werden belastende getuigenverklaringen afgelegd door M., nadat deze met de openbaar aanklager afspraken had kunnen maken over niet-vervolging voor een andere moord. Het EHRM oordeelt dat deze vergaande afspraken niet gepaard gingen met voldoende procedurele bescherming tegen een gekleurde getuigenverklaring jegens klager. Schending art. 6 EVRM.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 5 november 2019, nr. 32218/17, ECLI:CE:ECHR:2019:1105JUD003221817 (Lemmens (President), Serghides, Pinto de Albuquerque, Keller, Poláčková, Elósegui, Wennerström)

Een Afghaanse vluchteling die lid is van een etnische minderheid en die zich in Zwitserland heeft bekeerd tot het Christendom mag niet naar Afghanistan worden uitgezet met als argument dat hij daar veilig is zolang hij geen uitdrukking geeft aan zijn nieuwe geloofsovertuiging. Uitzetting zou in deze omstandigheden in strijd komen met art. 3 EVRM.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens 14 november 2019, nr. 25244/18

Klaagsters vader is een soennitische moslim die naar Finland is gevlucht nadat er in Irak twee aanslagen op zijn leven waren gepleegd. Zijn asielverzoek werd afgewezen omdat de autoriteiten er niet van waren overtuigd dat hij ook nu nog een risico voor zijn leven liep. Meteen na zijn terugkeer in Irak (met gebruikmaking van een vrijwillige vertrekregeling) werd klaagsters vader echter doodgeschoten. Het Hof is van oordeel dat de Finse autoriteiten de risico’s voor klaagsters vader niet zorgvuldig genoeg hebben ingeschat; schending van art. 2 en 3 EVRM.