Ararat, HvJ EU 17 oktober 2024, zaak C-156/23
Vier derdelanders hebben in 2011 in Nederland een asielverzoek ingediend, maar dat is afgewezen en er zijn terugkeerbesluiten genomen. De derdelanders zijn niet teruggekeerd, maar hebben verschillende keren, meest recent in 2019, nieuwe aanvragen gedaan. Zij stellen nu dat er door hun verwestering bij terugkeer een risico van onmenselijke en vernederende behandeling bestaat. Het HvJ EU oordeelt dat de nationale rechter gelet op het zwaarwegende belang van art. 1, 4 en 19 lid 2 Hv altijd – dus ook bij nieuwe aanvragen – en zonodig ambtshalve moet toetsen of er bij uitzetting een reëel risico is van onmenselijke of vernederende behandeling.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 17-10-2024