Update
Uitspraken van 22 april 2025 tot 6 mei 2025
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 8 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
De redactie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Vanwege instabiliteit en onveiligheid van de thuissituatie is de in 2014 geboren dochter van Van Slooten in 2015 tijdelijk in een pleeggezin geplaatst. In 2016 is besloten het kind definitief uit huis te plaatsen omdat de aanvaardbare termijn was verstreken om te kunnen laten zien dat de moeder toch goed voor het kind kon zorgen. Het Hof overweegt dat de autoriteiten en rechters het doel van hereniging van moeder en kind te snel uit het oog zijn verloren en onvoldoende materieel hebben beoordeeld of uithuisplaatsing inderdaad in het belang van het kind was. Art. 8 EVRM is daardoor geschonden.
15-04-2025
(Zaaknaam: Van Slooten t. Nederland, ECLI:CE:ECHR:2025:0415JUD004564418, EHRC-2025-0088) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Drie rechters hebben een verzoek om herziening van een veroordeling van S.D. toegewezen omdat sprake zou zijn van bis in idem. Zij zijn daarvoor strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld omdat zij steekpenningen zouden hebben ontvangen voor deze uitspraak en sprake was van misbruik van bevoegdheid. Het Hof overweegt dat naar nationaal recht verschil moet worden gemaakt tussen strafbaarheid wegens een rechterlijke uitspraak en wegens het te kwader trouw zo construeren van het recht dat het ten voordele uitpakt van een bepaalde persoon. Dat dit laatste strafbaar is, acht het Hof voldoende voorzienbaar, zodat art. 7 EVRM niet is geschonden.
15-04-2025
(Zaaknaam: Badescu e.a. t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2025:0415JUD002219818, EHRC-2025-0084) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
De 90-jarige maffiabaas Morabito zit in een verzwaard regime in de gevangenis. Hij kampt met gezondheidsklachten en sinds 2014 gaat zijn cognitieve gesteldheid gestaag achteruit; in 2022 is hij gediagnosticeerd met Alzheimer. Toch wordt het verzwaarde regime iedere twee jaar verlengd omdat er een risico zou bestaan dat hij contact heeft met de maffiaorganisatie. Het EHRM acht dat niet aannemelijk gelet op zijn geestelijke gesteldheid. De verlenging van het regime is daarom strijdig met art. 3 EVRM. Dat Morabito gevangen moet blijven zitten, is daarentegen niet in strijd met art. 3 EVRM, ook gelet op de geboden kwaliteit van zorg.
10-04-2025
(Zaaknaam: Morabito t. Italië, ECLI:CE:ECHR:2025:0410JUD000495322, EHRC-2025-0087) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
De Britse zakenman Green heeft ‘non-disclosure agreements’ gesloten over (seksuele) intimidatie. The Telegraph wilde hierover een artikel publiceren, maar Green heeft dat via de rechter tegengehouden. Hogerhuislid Lord Haine heeft vervolgens in een parlementaire speech alsnog de kwestie openbaar gemaakt, zonder dat Green daar iets tegen kon doen. Het EHRM oordeelt dat het aan het parlement is om regels over parlementaire immuniteit te stellen. Het uitzonderen van bepaalde categorieën uitlatingen – zoals kwesties die onder een voorlopige voorziening vallen – is in Europa ongebruikelijk. Slotsom is dat er geen positieve verplichting is onder art. 8 EVRM om de parlementaire immuniteit te doorbreken.
08-04-2025
(Zaaknaam: Green t. het Verenigd Koninkrijk, ECLI:CE:ECHR:2025:0408JUD002207719, EHRC-2025-0086) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In processtukken in hoger beroep heeft Backović de rechters in eerste aanleg stevig aangevallen. Zo kwalificeerde hij de uitspraak als ‘supreme nonsense’, en zei hij dat, of de uitspraak nu was gedaan uit kwaadaardigheid of onbenul, die in ieder geval onverenigbaar was met de professionaliteit van de rechterlijke macht. Voor deze uitlatingen heeft hij een boete opgelegd gekregen. Het EHRM acht dat niet onredelijk gelet op de gebruikte bewoordingen en de aantasting van de rechterlijke professionaliteit die daaruit blijkt. Art. 10 EVRM is door de boeteoplegging dan ook niet geschonden.
08-04-2025
(Zaaknaam: Backovic t. Servië (nr. 2), ECLI:CE:ECHR:2025:0408JUD004760017, EHRC-2025-0083)