Update
Uitspraken van 4 november 2025 tot 17 november 2025
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 20 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
De redactie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Deze zaak betreft drie toonaangevende Catalaanse politici die voorvechters waren van de Catalaanse onafhankelijkheid. Zij waren betrokken bij de organisatie van het ongrondwettelijke afscheidingsreferendum dat in 2017 werd georganiseerd. Vanwege deze activiteiten zijn zij in voorarrest gehouden en later veroordeeld. Tijdens het voorarrest waren ook hun politieke activiteiten beperkt. Het EHRM oordeelt dat deze beperkingen in het licht van de omstandigheden aanvaardbaar waren en dat de politieke rechten niet zodanig zijn aangetast dat art. 3 EP of art. 5 EVRM zijn geschonden. Gebleken is ook niet van oneigenlijke politieke motieven voor deze beperkingen, zodat art. 18 EVRM evenmin is geschonden.
06-11-2025
(Zaaknaam: Sanchez i Picanyol e.a. t. Spanje, ECLI:CE:ECHR:2025:1106JUD002560820, EHRC-2025-0245) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Kyrian is de biologische vader van een buitenechtelijk geboren kind. Hij had een omgangsregeling met het kind, maar die is beëindigd vanwege de psychische druk die het kind ondervond van de situatie. Ook Kyrians verzoek om te worden voorzien van informatie over de ontwikkeling van het kind is afgewezen. Het EHRM oordeelt dat de nationale rechters de kwestie heel zorgvuldig hebben beoordeeld. Het was in de omstandigheden niet onredelijk om de omgangs- en informatieregelingen (tijdelijk) te beëindigen. De klachten over art. 8 EVRM zijn kennelijk ongegrond (bij de omgangsregeling) resp. ongegrond (bij de informatieregeling).
06-11-2025
(Zaaknaam: Kyrian t. Tsjechië, ECLI:CE:ECHR:2025:1106JUD001595623, EHRC-2025-0243) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Prominent ETA-lid B. was veroordeeld tot dertig jaar gevangenisstraf, maar is vervroegd vrijgelaten vanwege gezondheidsredenen. In het kader van de procedure tot vervroegde invrijheidstelling is een medisch onderzoek gelast dat is uitgevoerd door Beana Salamanca. Zij schatte in dat B. niet heel ernstig ziek was, wat onterecht bleek te zijn. De krant El País berichtte zeer kritisch over het onderzoek dat Salamanca had uitgevoerd. Daardoor tastte El País volgens het EHRM weliswaar Salamanca’s reputatierechten aan, maar de berichtgeving was voldoende zorgvuldig, had een feitelijke basis en betrof een onderwerp van algemeen belang. Art. 8 EVRM is dan ook niet geschonden.
06-11-2025
(Zaaknaam: Baena Salamanca t. Spanje, ECLI:CE:ECHR:2025:1106JUD002323622, EHRC-2025-0241) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
B.M. is na een agressieve uitbarsting onvrijwillig opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Binnen de gestelde termijn en na een online zitting heeft een rechter de opname goedgekeurd. B.M. werd daarbij niet bijgestaan door een advocaat en de arts die tijdens de online zitting aanwezig was had B.M. niet zelf onderzocht. Om die redenen, en omdat de rechter onvoldoende inzicht heeft geprobeerd te krijgen in de omstandigheden waarin B.M. verkeerde, is de rechterlijke beoordeling van de onvrijwillige opname tekortgeschoten. Deze was in strijd met art. 5 lid 1 (e) EVRM.
06-11-2025
(Zaaknaam: B.M. t. Spanje, ECLI:CE:ECHR:2025:1106JUD002589323, EHRC-2025-0240) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
A.V. is in voorlopige hechtenis genomen in verband met een poging tot moord op haar dochter. Om meer inzicht te krijgen in haar motieven, is toestemming gegeven haar correspondentie in de gaten te houden. Dat besluit was volgens het EHRM voldoende gebaseerd op nationale wetgeving en streefde legitieme doelen na. Ook is niet gebleken van willekeur of onredelijkheid bij het nemen van deze beslissing. Het door art. 8 EVRM beschermde briefgeheim is dan ook niet geschonden.
06-11-2025
(Zaaknaam: A.V. t. Zwitserland, ECLI:CE:ECHR:2025:1106JUD003763919, EHRC-2025-0239) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Rusu is in eerste aanleg veroordeeld wegens belastingontwijking en witwassen. Hij heeft daartegen hoger beroep ingesteld, maar is vervolgens naar het Verenigd Koninkrijk verhuisd. Daar bleek hij nagenoeg onbereikbaar voor oproepen voor zittingen in hoger beroep. De zittingen zijn enkele keren uitgesteld, maar uiteindelijk is de veroordeling zonder aanwezigheid van Rusu bevestigd. Het Hof overweegt dat de hogerberoepsrechter alles in het werk heeft gesteld om klager te bereiken en dat verder uitstel inderdaad niet redelijk meer was. Art. 6 lid 1 en lid 3 EVRM zijn dan ook niet geschonden doordat Rusu niet zelf bij de zittingen aanwezig was.
04-11-2025
(Zaaknaam: Vasile Rusu t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2025:1104JUD005302120, EHRC-2025-0247) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Estland geldt sinds 2017 een volledig rookverbod in gevangenissen. Het EHRM ziet daarin geen schending van het verbod op onmenselijke behandeling. Wel vormt het een beperking van de individuele keuzevrijheid en persoonlijke autonomie, die voor gevangenen toch al sterk is beperkt. Het rookverbod is niet neergelegd in een wet die in het parlement is bediscussieerd en is absoluut van aard. Bij het aannemen ervan is bovendien onvoldoende rekening gehouden met de keuzes die rokende gevangenen willen maken over hun eigen lichaam en gezondheid. Gelet daarop is geen zorgvuldige belangenafweging gemaakt en is art. 8 EVRM geschonden.
04-11-2025
(Zaaknaam: Vainik e.a. t. Estland, ECLI:CE:ECHR:2025:1104JUD001798221, EHRC-2025-0246) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Als advocaat in een strafzaak stuurde Marko Tešić een schriftelijk stuk naar de zittingsrechter, waarin hij zich in boze en sarcastische termen uitsprak over onvolkomenheden in de zitting en de procedure en scherpe kritiek uitte op het optreden van de rechter. Hij werd hierop veroordeeld wegens minachting van de rechtbank. Het EHRM acht dit onterecht, nu de kritiek van de advocaat – hoe fel ook – alleen was gericht op de zaak en niet op de persoon of het gezag van de rechter. Bovendien was de opgelegde boete vrij hoog. De door art. 10 EVRM beschermde uitingsvrijheid is dan ook geschonden.
04-11-2025
(Zaaknaam: Marko Tesic t. Servië, ECLI:CE:ECHR:2025:1104JUD006189119, EHRC-2025-0244) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Vier individuen en twee milieuorganisaties komen op tegen de vergunningverlening voor een proefboring naar gas in het Noorse deel van de Atlantische Oceaan. Het Hof verklaart de milieuorganisaties ontvankelijk in hun klacht over de procedurele zorgvuldigheid rondom de vergunningverlening; de individuele klagers zijn niet-ontvankelijk omdat ze onvoldoende persoonlijk belang hebben. Het Hof overweegt dat er tekortkomingen zijn geweest in de uitvoering van de vereiste milieueffectrapportage. Het rekent dit Noorwegen echter niet heel zwaar aan omdat verzekerd is dat de milieueffecten later – voorafgaand aan eventuele eigenlijke vergunningverlening voor de boringen – alsnog volwaardig zullen worden beoordeeld. Geen strijd met art. 8 EVRM.
28-10-2025
(Zaaknaam: Greenpeace Nordic e.a. t. Noorwegen, ECLI:CE:ECHR:2025:1028JUD003406821, EHRC-2025-0242)