Update
Uitspraken van 26-05-2021 tot 07-06-2021
Redactie: J.H. Gerards, H. Morre, J. Krommendijk, S. Lambrecht, P. Ölçer, B. Aarrass, L.E. Burgers, P. Cannoot, L.R. Glas, C. Mak, D.A.G. van Toor en C. Van de Graaf.
Geachte lezer,
Voor u ligt nieuwsbrief 11 van EHRC Updates. In deze nieuwsbrief treft u een overzicht van de nieuwste uitspraken aan.
Veel leesplezier gewenst!
Met hartelijke groet,
De redactie van EHRC Updates
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
-
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Twee onderzoeksjournalisten hebben zich, in strijd met de regels, begeven in een beperkt toegankelijke douanezone om daar mensen te kunnen interviewen en om foto’s te maken van de douaneactiviteiten. Daarvoor hebben zij een boete opgelegd gekregen. Het EHRM wijst op het belang van informatievergaring en onderzoeksjournalistiek, maar ook op de verplichtingen die vastzitten aan de notie van verantwoordelijke journalistiek. Een daarvan is dat niet in strijd met het nationale strafrecht wordt gehandeld. Zeker nu de boete niet echt hoog was, is het opleggen daarvan daarom niet in strijd met art. 10 EVRM.
20-05-2021
(Zaaknaam: Amaghlobeli e.a. t. Georgië, ECLI:CE:ECHR:2021:0520JUD004119211, EHRC-2021-0132) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Tijdens een arbitrageprocedure blijkt dat een van de arbiters de voormalige vice-president is van de moedermaatschappij van de onderneming waarmee de klagende onderneming een geschil heeft, en dat deze arbiter de moedermaatschappij bovendien als advocaat in andere zaken bijstaat. Het EHRM oordeelt dat de klagende onderneming niet vrijwillig en openlijk afstand heeft gedaan van het recht op een onpartijdige arbiter. In dit geval was gerede twijfel mogelijk over die onpartijdigheid, zodat art. 6 lid 1 EVRM is geschonden.
20-05-2021
(Zaaknaam: Beg S.p.a. t. Italië, ECLI:CE:ECHR:2021:0520JUD000531211, EHRC-2021-0133) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een Russisch mediabedrijf exploiteert een website waarop in 2011 – in de aanloop naar de Doemaverkiezingen – een aantal artikelen over de verkiezingen zijn geplaatst, evenals een informele opiniepeiling. Daarvoor is het bedrijf beboet, nu de artikelen werden gepubliceerd voor de formele campagne was begonnen en de peiling niet aan de officiële eisen voor opiniepeilingen voldeed. Het Hof benadrukt de bijzondere rol van internet bij verkiezingen en de afwijkende eisen die bij internetpublicaties moeten worden gesteld. Met die eisen is onvoldoende rekening gehouden, zodat de boetes in strijd zijn met art. 10 EVRM.
18-05-2021
(Zaaknaam: OOO Informatsionnoye Agentstvo Tambov-Inform t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2021:0518JUD004335112, EHRC-2021-0142) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Twee kritische journalisten hebben in 2016 een aantal e-mails gepubliceerd die eerder waren verschenen op de website van Wikileaks. Daarop zijn zij in voorarrest genomen op verdenking van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Volgens het Hof rechtvaardigt het dossier een dergelijke verdenking niet en is het voorarrest daarom in strijd met art. 5 lid 1 EVRM. Mede vanwege de onvoorzienbaarheid van de gegeven definitie van ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’ en het ‘chilling effect’ van zo’n voorarrest acht het Hof daarnaast art. 10 EVRM geschonden.
18-05-2021
(Zaaknaam: Ogreten en Kanaat t. Turkije, ECLI:CE:ECHR:2021:0518JUD004220117, EHRC-2021-0140) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In een procedure over de verlenging van een gedwongen opname heeft Manzano Diaz cassatie ingesteld. Hij klaagt erover dat het ontwerp van arrest van de rechter-verslaggever naar de advocaat-generaal is gestuurd en niet naar de klager zelf. Het Hof oordeelt dat het beginsel van een procedure op tegenspraak niet vergt dat een dergelijk ontwerp aan een procespartij wordt voorgelegd en dat ook overigens niet is gebleken dat klager hierdoor in een procedureel nadelige positie is komen te verkeren. Art. 5 lid 4 EVRM is dan ook niet geschonden.
18-05-2021
(Zaaknaam: Manzano Diaz t. België, ECLI:CE:ECHR:2021:0518JUD002640217, EHRC-2021-0138) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Twee gehuwde IJslandse vrouwen hebben ervoor gekozen om een kind te krijgen via een draagmoeder in Californië. Toen de baby eenmaal in IJsland was gearriveerd, bleek dat zij niet als zijn ouders konden worden geregistreerd, omdat IJslandse wetgeving draagmoederschap niet erkent. Wel werd besloten om het kind permanent in pleegzorg te geven bij klaagsters, ook na hun echtscheiding. Gelet op het feit dat het gezinsleven feitelijk nooit is verstoord en de margin of appreciation in dit soort zaken ruim is, oordeelt het Hof dat art. 8 EVRM niet is geschonden.
18-05-2021
(Zaaknaam: Valdis Fjolnisdottir e.a. t. IJsland, ECLI:CE:ECHR:2021:0518JUD007155217, EHRC-2021-0135) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Bulgarije bestaat een regeling waarbij een uitkering kan worden toegekend als een van de ouders is komen te overlijden. Bij kinderen waarvan de vader onbekend is, kan geen aanspraak worden gemaakt op de regeling. Volgens het EHRM levert dit een ongelijke behandeling op grond van geslacht en wettige geboorte op. Daarvoor is geen rechtvaardiging te vinden, nu gezinnen met een onbekende vader net zoveel behoefte kunnen hebben aan ondersteuning als gezinnen met een overleden vader. Ook de betaalbaarheid van het uitkeringssysteem kan geen argument opleveren om een ongelijke behandeling naar geslacht of geboorte in stand te houden.
11-05-2021
(Zaaknaam: Yocheva en Ganeva t. Bulgarije, ECLI:CE:ECHR:2021:0511JUD001859215, EHRC-2021-0145) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een uitreisverbod mag volgens het EHRM alleen worden opgelegd als mogelijkheid om iemand ertoe te brengen een schuld te voldoen als duidelijk is hoe zo’n verbod in de bijzondere omstandigheden van het geval aan dit doel kan bijdragen. Voor het onderhavige geval zijn dergelijke bijzondere omstandigheden niet aangetoond, zodat art. 2 Vierde Protocol is geschonden.
11-05-2021
(Zaaknaam: Stetsov t. Oekraïne, ECLI:CE:ECHR:2021:0511JUD000517015, EHRC-2021-0141) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In de krant ‘Novaya Gazeta’ is in 2010 een artikel gepubliceerd waarin verslag werd gedaan van de ontwikkeling van de organisatie Russkiy Obraz tot een extremistische vereniging met ultranationalistische en racistische ideeën. Het stuk werd onderbouwd met citaten uit beleidsdocumenten van de organisatie en foto’s waarbij leden fascistische en nazistische symbolen meedroegen. De krant kreeg daarop een waarschuwing omdat het stuk daardoor zou oproepen tot extremisme. Het EHRM oordeelt dat daarmee onrecht is gedaan aan de doelstellingen van het stuk. De waarschuwing was dan ook in strijd met art. 10 EVRM.
11-05-2021
(Zaaknaam: RID Novaya Gazeta en ZAO Novaya Gazeta t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2021:0511JUD004456111, EHRC-2021-0139) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In 2009 heeft een Russische man zonder toelichting een aantal video- en audiofragmenten geplaatst op het socialemediaplatform VKontakte, waarin volgens de Russische autoriteiten werd opgeroepen tot haat en verdeeldheid jegens de Azerbeidzjaanse minderheidsgroep. In verband daarmee is hij veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf. Volgens het Hof is deze veroordeling gerechtvaardigd, vooral nu de man geen toelichting heeft gegeven op de fragmenten en die als zodanig als haatzaaiend konden worden beschouwd. Het relatief beperkte bereik van klagers VKontakte-‘feed’ doet daaraan niet af. Geen schending van art. 10 EVRM.
11-05-2021
(Zaaknaam: Kilin t. Rusland, ECLI:CE:ECHR:2021:0511JUD001027112, EHRC-2021-0137) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In de ‘Luxleaks’-affaire heeft een (oud-)medewerker van PricewaterhouseCoopers (PwC) documenten met informatie over belastingteruggaves aan een journalist overhandigd. In verband daarmee is hij veroordeeld tot een boete vanwege de aantasting van de reputatie van PwC. Het Hof is het eens met de nationale rechter dat dit belang zwaarder kon wegen dan dat van de medewerker, vooral omdat die pas met zijn informatie naar buiten was gekomen toen al veel bekend was over de praktijken van PwC. Art. 10 EVRM is door de veroordeling dan ook niet geschonden.
11-05-2021
(Zaaknaam: Halet t. Luxemburg, ECLI:CE:ECHR:2021:0511JUD002188418, EHRC-2021-0136) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
In Spanje gold tot 2018 de regel dat bij mensen met een zware mentale handicap per individueel geval door een rechter moest worden onderzocht of zij het kiesrecht konden uitoefenen. Het EHRM overweegt dat het VN-Gehandicaptenverdrag weliswaar bepaalt dat dergelijke beperkingen niet aanvaardbaar zijn, maar dat aan art. 3 EP een andere uitleg kan worden gegeven. Nu de wetgeving geen ‘blanket restriction’ bevat, maar per geval een zorgvuldige en individuele beoordeling wordt gegeven, ziet het Hof geen schending van het kiesrecht of van het discriminatieverbod.
11-05-2021
(Zaaknaam: Caamano Valle t. Spanje, ECLI:CE:ECHR:2021:0511JUD004356417, EHRC-2021-0134) -
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Een Roemeense Europarlementariër heeft geageerd tegen de strenge lockdown in Roemenië ter bestrijding van de coronapandemie: volgens hem was daardoor feitelijk sprake van huisarrest en dus van vrijheidsbeneming. Het EHRM ziet in de maatregelen echter geen vrijheidsbeperking die zo vergaand is dat die daadwerkelijk neerkomt op vrijheidsberoving en verklaart dat art. 5 EVRM niet van toepassing is. Daardoor hoeft het niet toe te komen aan de vraag of – in het licht van art. 15 EVRM – de lockdownmaatregelen redelijk en legitiem waren.
13-04-2021
(Zaaknaam: Terhes t. Roemenië, ECLI:CE:ECHR:2021:0413DEC0004993320, EHRC-2021-0143)