Hof van Justitie van de Europese Unie 5 december 2019, zaak C-671/18, ECLI:EU:C:2019:1054 (Bonichot (Kamerpresident, Silva de Lapuerta (Rapporteur, Vicepresident van het Hof), Safjan, Bay Larsen en Toader)
De bevoegde autoriteit van een tenuitvoerleggingslidstaat is in beginsel verplicht een in een andere lidstaat genomen boetebeschikking ten uitvoer te leggen. Dit kan anders zijn als de betrokkene niet voldoende in kennis is gesteld van zijn procedurele rechten. Is dat wel gebeurd, dan is weigering van tenuitvoerlegging alleen mogelijk als grondrechten of fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden. De tenuitvoerleggingslidstaat kan uitvoering van een verkeersboeteschikking niet weigeren wanneer de beschikking is opgelegd aan de persoon op wiens naam het betrokken voertuig staat ingeschreven op grond van een weerlegbaar vermoeden van aansprakelijkheid dat in de nationale wettelijke regeling van de beslissingslidstaat is neergelegd.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 05-12-2019